Els Westenbrink is al 41 jaar kind aan huis in Residentie Molenwijck. Haar grootouders én haar ouders woonden in de geclusterde woonvorm voor senioren. Haar moeder overleed in juni jl., vlak na het vieren van haar 25-jarige woonjubileum. Els blikt terug op al die jaren. Ze vertelt over haar ervaringen met Residentie Molenwijck en wat haar zo is bijgebleven.
“Wat mij zo heeft geraakt, is eigenlijk niet uit te leggen. De sfeer alleen al… als je binnenkomt, die is zó fijn. Als je hier komt wonen, kan ik me voorstellen dat je weer zin in het leven krijgt. Dat je niet het idee hebt van: “nou word ik ergens weggestopt en sta ik met één been in het graf”, zoals je wel eens het gevoel hebt bij een verzorgingstehuis.
Samen léven en samen oud worden
Toen mijn ouders hier naartoe kwamen in 1994 waren ze met 64 jaar veruit de jongsten. Hier konden ze samen oud worden op één en dezelfde plek, zonder nog te moeten verhuizen. Mocht er iets gebeuren, dan zou de ander goed achterblijven in een vertrouwde omgeving. Dat was een gerust idee. Het valt me op dat mensen hier alles doen, zoals ze dat thuis ook deden. Velen rijden nog auto en mensen gaan en staan waar ze willen.
Iedereen die midden in het leven staat, kan zich hier helemaal uiten.
Zo was er een echtpaar met een huis in Frankrijk. Zij woonden de helft van de tijd daar en de andere helft hier in Molenwijck. Dat kan dus gewoon. Je hoeft je appartement maar uit en je hebt een praatje of een activiteit. Iedereen die midden in het leven staat, kan zich hier helemaal uiten.
Je komt hier vitaal binnen en je zet je leven voort. En wanneer je ouder wordt of iets komt te mankeren, dan kun je hier blijven wonen. Dat vind ik het mooie aan Molenwijck. Als ik terugkijk op al die jaren, dan denk ik bij mezelf: “Ik wens dat iedereen op deze manier van zijn oude dag kon genieten. Dit gun je echt iedereen.”