20 maart 2020
Ik kreeg deze pen toegeschoven van bewoonster Cockie Melchers, waarvoor dank! Dit terwijl veel van de Molenwijckers mij waarschijnlijk helemaal niet kennen. Al loop ik elke donderdagochtend door de gangen van Residentie Molenwijck op weg naar de devotieruimte, om daar met veel plezier yogales te geven aan een aantal van de bewoners.
We zijn een heel gemoedelijk en enthousiast clubje. Ik moet zeggen dat ik ons “door de corona-ban onderbroken samenzijn” nu al mis. En ik begrijp dat hetzelfde geldt voor de deelnemers aan de lessen.
Yoga geeft gelegenheid om jezelf in beweging te brengen. Je lichaam gaat ‘stromen’ en ontspant. Ook innerlijk doet het goed. Je komt tot rust en bent wat minder vatbaar voor het tumult van buiten. Het gezonde verstand en de goede moed krijgen ruimte. De verstilling van binnen voedt de tevredenheid die je van nature meedraagt. Je wordt met de dag een prettiger mens, voor jezelf en voor je omgeving!
In deze dagen worden die basale dingen nogal getest. We leven natuurlijk in een prachtig land, met goede zorg en een overvloed aan middelen. We kunnen behoorlijk wat tegenslag hebben. Maar er hangt iets onbestemds in de lucht. Niemand weet waar het met dit alles naartoe gaat. Je wordt je bewust van je kwetsbaarheid. Zoiets kan met je op de loop gaan. Zeker nu de lichtheid waarmee sommigen het virus eerst opvatten, door de realiteit is ingehaald.
De hele situatie werpt ons op de een of andere manier terug op onszelf. Wat is dan houvast, waar vind je vertrouwen? Een yoga-advies zou zijn om het lichaam actief én los te maken, de adem tot rust te brengen, en te voelen wat je letterlijk voelt. Juist door contact te maken met je innerlijke roerselen kun je er goede omgang mee vinden, ook met het onbestemde. Vervolgens zou je daarover contact met anderen kunnen hebben. Niet om allerlei meningen en onrust te ‘delen’, maar om het gemeenschappelijke levensschuitje te voelen. Ook saamhorigheid geeft rust en vertrouwen. Terwijl je toch bij jezelf blijft.
Mij treft de goedheid en solidariteit die in het land zijn. Het ‘ieder voor zich’ lijkt plaats te maken voor ‘omkijken naar’. Mensen willen bijdragen waar ze kunnen. Er zijn tal van initiatieven. Misschien is al het individualisme van de tegenwoordige tijd maar een dunne schil, en verlangen we als mens het meest naar verbinden. Misschien is geluk vooral dat je geeft om en aan een ander. En is dat het grote geschenk dat dit onbestemd makende virus met zich meedraagt.
Ik hoop dat we elkaar gauw weer zien…
Ik geef de pen van harte door aan oud Molenwijck collega Geert Pepping.